Welkom bij Het Leidsch Katblad

Wij brengen u afwisselend regelmatig en onregelmatig nieuws over stadskatten die wonen in de "Katbladbuurt" in het centrum van Leiden, Zuid-Holland. Wij nemen u af en toe mee op onze rondes door de buurt en doen verslag van gewone en bijzondere gebeurtenissen op straat en bij de redactie thuis.
De hoofdredacteur verklaart hierbij dat wij alle gebeurtenissen naar waarheid weergeven, maar maakt u er tevens op attent dat wij niet aansprakelijk zijn voor de door de haarfabrieken gedane uitspraken, hun taalgebruik en/of gedrag, en wijzen u er daarom nadrukkelijk op dat het lezen van dit Katblad geheel voor eigen risico is.
Zie voor meer info over de redactie en katten de linker kolom van deze digitale krant.

maandag 7 juni 2010

Smaakte het?

Mevrouw Katblad had dus twee haringen gekocht, anderhalf voor haarzelf en een halve te verdelen (via fliebertjes) over de redactiekatten.
Wel, de koelkast was nog niet open of er kwamen al twee gegadigden, en die gaven op luide wijze te kennen dat ze mee wilden delen in het lekkers, maar daar kijken we niet van op. Japekop smeekte met schorre stem (oh ik ben zo zielig en heb al in geen dagen fatsoelijk eten gehad en zak bijna door mijn poten van zwakheid en ellende en dus moet je me maar snel een stukje geven want daar knap ik vast van op) en mevrouw T. Troy met dwingende mauw (hier ben ik en ik heb toevallig wel de oudste rechten, hou daar rekening mee!).
De haring werd naar de buitentafel gebracht, deels op brood gedrapeerd en de halve die overbleef werd in fliebertjes gesneden. Toen werd het chaos op de tafel. Japekop liep alsmaar over het bord en haringbakje heen en mevrouw Troy deelde, telkens als haar zoon voorbij kwam, een tik naar hem uit. Mevr. K. moest diverse keren J'kops bekkie uit haar bord wegtrekken en kwam nauwelijks aan kauwen toe. Tussen haar happen door deelde zij de fliebers uit, moest dan vreselijk lachen om het geklapper van het gebitje van mevr. Troy en de merkwaardige kauwgeluiden van Japekop. Cera zat gewoon op de stoep achter mevr. K., en kreeg natuurlijk ook haar deel. Zij at tenminste netjes zonder bijgeluiden en hield haar fatsoen. Gelukkig waren de Boez en Os alleen maar in elkaar geinteresseerd, anders was de chaos helemaal niet meer te overzien geweest. Mevrouw Katblad en de haarfabrieken waren (zoals zorgvuldig gepland) tegelijk klaar met het verorberen van de vis. Maar door de drukte op en om de tafel, kon mevrouw K. achteraf niet meer zeggen of de haring haar had gesmaakt. De katten hadden in elk geval wel zeer genoten van de fliebers en zaten nog lang daarna hun bekkies te poetsen.

Geen opmerkingen: