Als een kattenneus overmatig wordt geprikkeld, fleemt de kat: ze opent de bek en trekt het aroma scherp naar binnen. Hierbij zijn de neusvleugels gesloten en gaan de gaten van het Orgaan van Jacobson open staan. Dit extra reukorgaan leidt de informatie via het centrale zenuwstelsel naar de hersenen, van waaruit de handeling van de kat volgt. Bij het flehmen (flemen) worden geurmoleculen in de lucht opgevangen op de tong. De tong duwt deze moleculen tegen de opening van het Jacobs orgaan. Fle(h)mende katten kunnen hun baas aankijken met een blik van ofwel uiterste domheid ofwel van opperste afschuw. De kat rekt de hals, opent de bek en krult de bovenlip op in een grijns. Niet-gecastreerde katers zijn kampioen in het fle(h)men, vooral als ze een krolse poes op het spoor zijn. De geur van een concurrent heeft direct het overmarkeren van die plek tot gevolg, door er overheen te wrijven of te urineren. Soms kan een kat geen of alleen een vage herinnering aan een geur verbinden. In dat geval genieten ze met een 'dromerige' gezichtsuitdrukking. |
Uit: "Weetjes over katten"
1 opmerking:
Over weetjes gesproken: ik heb nog wat weetboeken voor een appel en een ei (of een fles rood bocht)in de aanbieding.
Het Kattenboek, Wink, Ursula en Felix Ketsch (sic), 1974.
Katten, Helga Fritzsche (1985).
Elseviers Kattengids, Howard Loxton (1975).
Een reactie posten