Wachten op je vriendje

Boez:
Ik wacht op mijn vriend. De Oz ja.
Het regent niet zo hard meer, dus ik verwacht dat hij elk ogenblik kan komen.
Ja, ik blijf hier zitten want anders, als ik bijvoorbeeld naar de Kruidentuin zou gaan, loop ik hem mis. Nee, dat mag niet gebeuren dus.

Duurt erg lang deze keer, ja.
Nee, nog geen spoor van Oz.
Misschien zit hij wel weer ergens op het dak en kan hij er niet vanaf.
Of misschien zit hij thuis opgesloten.
Of het kan ook zijn dat hij mijn vriendje niet meer wil zijn. Dat hij een ander vriendje heeft gevonden, ja....

Hij komt niet meer, denk ik.
Nou moet ik wat anders gaan doen, maar ik weet niet wat. Ja, ik had op de Oz gerekend en nu hij niet komt, zit ik opeens met een soort gat, heh?
Ik zou terug naar binnen kunnen gaan om mevrouw Katblad te gaan vervelen. Ik kan ook Japekoppie gaan pesten. Of toch maar naar de Kruidentuin gaan?
Ik kan ook nog even wachten, maar ik wacht al zo lang...
Water gaan drinken? Nee.......
Snoepies?
Vogeltjes of vliegebeestjes achterna zitten? Nee, geen zin in.

Ozky, Ozky, jij bent mijn grote vriend.
Ozky, Ozky, ik heb dit niet verdiend!
Ozky, Ozky, kom nu maar gauw naar mij,
dan gaan we spelen,
dan ben ik weer blij...
lalalalala.......