Onze oudste (hoog bejaarde) haarfabrieken zijn allerminst tevreden over het artikeltje dat vandaag in het Leidsch Dagblad stond (zie enkele berichten terug).
De archieffoto die door de krant werd opgediept is van vier jaar geleden (minstens), en dus uit de tijd dat zowel Japekoppie als mevrouw Troy bandjes met penning droegen. Zij waren toen overigens nog met hun tweetjes, de pré-boeztijd dus, zeg maar.
Ook stoort Japekop zich aan het feit dat hij (en zijn moeder) werd getoond op een foto waarop een plateau met kaasjes te zien is, en daar er in het artikel over "kotsen" wordt gerept, is hij bang dat men eventueel tekst met plaatje dusdanig met elkaar zal verbinden dat er een verkeerde indruk ontstaat over de ziekte van de haarfabrieken (na de roundupspuiterij) in combinatie met het getoonde kaasplateau.
Daarom wil hij graag het volgende verklaren.
Ik ben nog nooit (of in elk geval zelden) over mijn nek gegaan van fliebertjes kaas, vis of worst. Als ik me namelijk niet goed voel, eet ik gewoon niets, ook geen fliebers.
Nou, dat weten we dan weer, heh?
Mevrouw Troy heeft daarop geen commentaar omdat zij zich niets meer kan herinneren door haar Katzheimer en thans geheel en al in beslag wordt genomen door het blikje vis dat op tafel staat.
Want krijgt ze nu nog een fliebertje van die zalm of hoe zit het?
En waarom zit haar zoon Japekop eigenlijk weer zo vooraan, het dichtstbij het lekkers?
Bovendien geeft mevrouw Troy bijna nooit over (ook niet toen ze zwanger was, honderd jaar geleden), hooguit af en toe een grasspriet met haarballetje. Als dat u dat ook maar weet, heh?
Even later zou T.T. haar zoon een mep voor zijn kop geven. Daar had Japekop echter al op gerekend (na 15 jaar slaag van je moeder verbaast zoiets je niet meer) en dus werd dit liefdevolle gebaar als kennisgeving aangenomen.
Beide haarfabrieken kregen voldoende fliebertjes vispaté en moesten daarvan niet kots... eh braken.



Geen opmerkingen:
Een reactie posten